Tegenwerkingsbeginsel

Tijdens de laatste les kreeg ik informatie over het schrijven van een dialoog. Er kan gebruik worden gemaakt van het 'tegenwerkingsbeginsel'.

Een personage formuleert duistere uitdrukkingen of formuleert bijzonder wijdlopig.

Nou besloot ik om een dialoog te schrijven waarbij de ene persoon bijzonder wijdlopig formuleert en de ander duistere uitdrukkingen gebruikt. Maar ... ik heb het idee dat dit niet goed is gegaan.

Afgezien van de manier van praten door beide personen (wat mij zou irriteren) is het een heel normaal gesprek.

Yo man!

Hoe was jouw vakantie?

Bijzonder, heel bijzonder. Echt, ik zulke merkwaardige mensen ontmoeten, zulke bijzondere gesprekken gevoerd.

Oh, geef eens een voorbeeld.

Nou, ik ontmoette een man en een meisje, zij bleek later zijn dochter te zijn, en die kregen van een ambtenaar een bericht waarvan ik dacht dat zij dit als een onheilstijding zouden beschouwen.

Oh, heb jij trouwens een vuurtje voor mij?

Maar, zij waren juist heel blij. Alsof zij bevrijd waren van kwade geesten, alsof hun zonden vergeven waren.

Ja, ja. En vervolgens wierpen zij een steen door een raam van het gemeentehuis?

Nee.

Ze vielen spontaan op hun knieën om de heer te danken?

Nee.

Wat deden zij dan?

Ze gingen naar een supermarkt en kochten veel bier, wijn en Breezers.

Was het meisje toevallig jarig?

Dat weet ik niet. Ik zag het meisje typen op haar smartfoon. Waarom weet ik niet.

Misschien stuurde zij een bericht naar vrienden en vriendinnen? Shit appens.

Zij werden thuis opgewacht door de rest van het gezin. Althans, ik vermoed dat een van die mensen de vrouw was van de man en tevens de moeder van het meisje. En dat de kinderen broers en zussen waren van het meisje.

En, wat is daarmee?

Nou, er stond een spandoek in de tuin met daarop “Hoera! En daaronder twee vierkantjes, waarvan een aangevinkt, en onder het ene vierkant stond geschikt en onder het andere stond ongeschikt”.

Nou, dat vind ik niet bijzonder. Al zou ik een diplomering of het vinden van een baan op een andere manier vieren. Origineel is het wel. Hadden die jonge lui misschien goede dope gerookt?

Dat weet ik niet.

Wat is er dan zo bijzonder?

Nou, het vinkje stond in het hokje ongeschikt.

Hm, en? Jij maakt je druk om denken in hokjes?

Nee, maar dat je feest gaat vieren terwijl je te horen hebt gekregen dat jij bent afgekeurd voor de arbeidsmarkt. Dat is toch vreemd!?

Ik denk dat dit gezin nog wel zal meemaken dat de heer de toorn op hen zal laten neerdalen.

Hoezo?

Luiheid is des duivels oor kussen.

Oh.

Ze zullen misschien nog wel eens omkomen van de honger. Wie niet werkt zal ook niet eten.

Joh, tegenwoordig zijn er toch uitkeringen.

Ja.

Dan zullen zij vast niet zo snel honger lijden. Maar goed, zij gingen feest vieren. Jeugd in een soort schaftkeet, volwassenen op een gazon. Barbecue op een tuinpad.

Ze zullen wel ziek worden van onrein vlees dat is geroosterd. Geschroeid door helle vuur.

Het meisje werd door alle gasten, en dat waren bijna 100 personen, gefeliciteerd. Ze droeg een shirt met daarop “Wajong”.

Heb jij dat wel goed gelezen? Stond er niet “was jong”. De aftakeling begint bij 18.

Er stond echt Wajong. Zij vertelden mij namelijk dat zij een Wajong-feest vierden.

Ik zei toch “luiheid is des duivels oor kussen!”.

Hm.

En dat keten is ook nergens goed voor. Dat de ketenen van de slavernij zijn doorbroken is geen reden om niet te willen werken.

Slavernij?

Ja, vroeger bestond er slavernij!

Dat weet ik maar wat wil jij daarmee zeggen?

Nou, dat gezin is blij dat het meisje nooit zal hoeven werken. Dat zij tot haar dood kan leven op kosten van de staat.

Maar dat is toch vreemd?

Ja, voor ons. Omdat wij god vrezende zielen zijn die hard werken. Wij willen naar het paradijs, en zullen hier een goed aards leven moeten leiden.

Je bedoelt dat die mensen zijn bezeten door de duivel? Maar, dat is niet zo. Het is een gezin uit een heel streng gereformeerd dorp. De andere gasten op het feest vertelden dat zij die feestjes ook vierden ter ere van hun kinderen die zijn afgekeurd.

Die mensen zijn zondig. Die leven niet volgens de regels die onze lieve heer ons opgelegd heeft. Was dit hele dorp een of andere inteelt bende?

Geen idee. Maar jij vindt het dus ook bijzonder?

Ik vind het een bijzonder kwalijke zaak. Satansgebroed dat denkt te mogen eten van spijzen, van manna, wat zij niet verdiend heeft.